Bedrijfsontwikkeling brengt vaak met zich mee dat agrarische ondernemers nadenken over een neventak. Veranderingen in de maatschappij vragen ook verandering bij ondernemers. Door wettelijke en/of maatschappelijke eisen komt de kostprijs voor agrarische producten steeds hoger te liggen. Veelal wordt de oplossing gezocht in opschaling. Dit is echter niet voor iedereen weggelegd.

Soms past het niet binnen de kaders van ruimtelijke ordening. Of er kan geen invulling worden gegeven aan de financiering. En ook past het gewoon domweg niet bij de ondernemer. Niet iedereen wil groter groeien, omdat het zou moeten. Vooral kleinere gezinsbedrijven overwegen in dat geval een neventak op hun bedrijf op te starten.

Door verbreding van de activiteiten op het bedrijf hopen de ondernemers hun inkomen te kunnen aanvullen. Vaak wordt de nevenactiviteit gezocht in één van de volgende takken:

  • Recreatie
  • Boerderijverkoop
  • Zorglandbouw
  • Agrarisch natuurbeheer
  • Agrarische kinderopvang
  • Boederijeducatie
  • Energie

Neventak niet altijd vanzelfsprekend

Vaak wordt er over een neventak vrij gemakkelijk gedacht. Ook dan heb je echter te maken met de aspecten die je in je huidige bedrijf tegenkomt. Het uiteindelijke doel was immers het realiseren van extra inkomsten. Voordat er extra inkomen binnenrolt zal er ook het nodige moeten gebeuren. Je krijgt te maken met wet- en regelgeving. Je plannen dienen binnen de kaders van de ruimtelijke ordening te passen. En ook hier zullen er waarschijnlijk investeringen nodig zijn. Om nog maar niet te spreken van invulling van arbeid, marketing, verkoop etc.

Een neventak past niet bij iedereen
Pas ik ook bij een neventak?

Nadenken over neventak geen vraag op zich

Tegelijkertijd met de ontwikkeling van de plannen voor verbreding moet je echter ook bezig zijn met je huidige bedrijfsactiviteiten. Hoe wil je deze combineren met de nieuwe plannen? Is het überhaupt te combineren? Let wel op: ook het totaalplan moet kloppen! Ik heb ooit met een ondernemer aan tafel gezeten die een prachtig plan had voor een recreatieve tak. Voor dat deel van zijn onderneming stond onderaan de streep een dikke positieve marge. Toch werd het door de bank afgewezen. Het ergste was, dat zij niet eens twijfelden aan de uitgangspunten bij de nieuwe tak. De afwijzing kwam doordat de schuldenpositie volgens hen te hoog was. Het rendement uit de hoofdtak bood daarnaast ook onvoldoende perspectief voor de toekomst. Kortom: dit moet bij het oppakken van nieuwe activiteiten niet uit het oog worden verloren.

Nevenactiviteit inpassen in totaalplan

Soms kan het afstoten van een hoofdtak derhalve wel een optie zijn. Je kunt je dan helemaal focussen op iets nieuws. Ook dit brengt echter risico’s mee. Een nieuwe tak vraagt een aanlooptijd. Er zullen niet van de één op de andere dag inkomsten gerealiseerd worden. Maar als je aan het dweilen bent met de kraan open heeft het ook geen zin. Je kunt er in elk geval niet aan voorbij gaan om het bestaande probleem op te lossen. Of dit nu betekent dat je zaken afstoot, afbouwt of structureel verbetert maakt op zich niet uit. Als je het maar meeneemt in het totaalplan. Nadenken over een neventak staat niet los van je huidige onderneming.